Historie
De gulden is eeuwenlang in Nederland gebruikt. Eerst nog van goud als “gulden florijn”, maar vanaf de zestiende eeuw van zilver. Na de provinciale guldens met een wapen op de ene kant en Pallas Athene op de andere kant, kreeg de gulden vanaf de 19e eeuw het portret van de vorst.
Tot 1967 waren de guldenmunten van zilver, maar ze werden in de loop der tijd wel steeds kleiner. Daarna was de gulden van nikkel, maar werden er nog wel herdenkingsmunten van 10 en 50 gulden uit zilver geslagen. De cataloguswaarde van de zilveren munten varieert vanaf de zilverwaarde voor niet-schaarse exemplaren tot duizenden euro’s voor zeldzame munten.
Vanaf de invoering van de Euro in 2002 zijn binnen het koninkrijk nog wel zilveren guldens geslagen voor de Nederlandse Antillen en Curaçao en zijn er op basis van de gulden zilveren penningen en replica’s uitgebracht. Lees verder »
Zilveren pasmunten
Het kleingeld om gepast mee te betalen was lange tijd ook van zilver. De stuiver (5 cent) was tot en met Willem III van zilver, het dubbeltje (10 cent) was tot en met Wilhelmina 1943 van zilver, net als het kwartje (25 cent) t/m 1945 en de halve gulden (50 cent) t/m 1930.
De grotere munten werden nog langere tijd van zilver gemaakt. De munt van één gulden werd in loop der jaren wel kleiner, maar was tot en met 1967 van zilver. De daalder van 30 stuivers (1,50 gulden) bleef lang een veelgebruikte term, maar bestond als munt slechts tot in de provinciale tijd, net als de munt van 40 stuivers (2 gulden). De rijksdaalder (2,50 gulden) werd tot en met 1966 uit zilver vervaardigd, maar bevatte net als de gulden steeds minder zilver. De maar liefst 40 mm grote munt van 3 gulden werd onder Willem I tot en met 1832 geslagen en bevat het meeste zilver.
Zilveren herdenkingsmunten
Onder Juliana werden in 1970 en 1973 de eerste herdenkingsmunten van tien gulden geslagen. Weliswaar in hetzelfde grote formaat van de oudere rijksdaalders (25 gram, 38 mm), maar van een lager gehalte muntzilver (72%).
Onder Beatrix werden vanaf 1994 ook zilveren herdenkingstientjes geslagen, maar kleiner (33 mm) en lichter (15 gram). Na de invoering van de euro kwamen er vanaf 2002 herdenkingstientjes en vijfjes van zilver, alsmede nieuwe gouden tientjes.
Naast de zilveren munten van tien gulden werden onder Beatrix vanaf 1982 ook grootformaat zilveren munten van vijftig gulden geslagen. Deze zijn geslagen in sterling zilver (92,5%), zijn net als de oudere rijksdaalders 38 mm groot en wegen 25 gram.
[bronnen*: Krause, NVMH almanak, Schulman, van Gelder, Wikipedia]